Voor de klok
Vroeger was tijd niet zo belangrijk als in deze tijd. Het is iets relatief moderns. Mensen leefden bij de stand van de zon. Maar zelfs zo ver terug als 3500 voor de geboorte van Christus, hadden de mensen een manier. Zonnewijzers. Ze staken een stok in de grond, een beetje gekanteld naar de meridiaan. De zon kruist de meridiaan namelijk op het middaguur. De schaduw van de stok in de grond kon je vertellen hoe laat het was. Nog niet precies, maar het was een goed begin.
Tip: RVS klok
Daarna, men denkt ongeveer 1900 jaar later, begon men waterklokken te gebruiken. Water druppelde met een constante snelheid naar beneden. Door te kijken hoeveel water er in de kom eronder zat, kon men de tijd meten. Nog later, rond de achtste eeuw, begonnen mensen zandlopers te gebruiken. Door zand te laten druppelen kon men zien hoeveel tijd er verstreken was.
Klokken zoals wij ze kennen
We werden steeds slimmer in het vertellen van de tijd. In de zestiende eeuw maakte een zekere uitvinder, Peter Henlein, de eerste door een veer aangedreven klok. Hij kon nog steeds niet precies de tijd aangeven, alleen het uur, maar het was zeker een grote sprong voorwaarts en hij was draagbaar. De mensen waren enthousiast. Het was de eerste stap naar de klok zoals wij die kennen.
Na ongeveer een eeuw kwam er een ander type klok. Het slingeruurwerk, gemaakt door de Nederlandse Christiaan Huygens. Bij elke slinger van de slinger werd een tand van het wiel losgelaten. Na een bepaalde tijd zou een andere die opvangen. Zo gingen de wijzers van de klok in een constant tempo vooruit. Naarmate we meer leerden, evolueerden deze klokken uiteindelijk tot de klokken die we aan onze muren hebben hangen.
Uitgelicht: Vierkante klok
Toen werd het digitaal
Tegenwoordig hebben we geen stokken in de grond, waterklokken of zelfs slingers en wijzers meer nodig om de tijd te weten. Nu de wereld digitaliseert, blijven klokken niet achter. De cijfers van de tijd worden ons gewoon getoond, overal. Op wekkers, op onze telefoon, op de magnetron. Het is zo precies dat we de tijd tot op de milliseconde nauwkeurig kunnen aangeven. Het begon allemaal in 1883, met het springuur mechanisme van Josef Pallweber. Drie wijzerplaten draaiden rond en gaven de tijd in cijfers weer. De eerste echte digitale wekker kwam in de jaren vijftig en in 1970 kwam er eindelijk een digitaal horloge op de markt. Dit was de pulsar, van het horlogebedrijf Hamilton. Sindsdien hebben die zich ontwikkeld tot smartwatches
Klokken zijn altijd veranderd, altijd geëvolueerd. Dat zal ongetwijfeld ook in de toekomst gebeuren. Dat pad is eindeloos, en we zullen hem bewandelen tot het einde der tijden.